Er zijn twee soorten Nederlanders: zij die ‘zeven’ zeggen en zij die ‘zeuven’ zeggen. Zo zijn er ook twee soorten Duitsers: zij die ‘zwei’ zeggen en zij die ‘zwo’ zeggen. Hebben we hier te maken met hetzelfde soort fenomeen, namelijk een aangepaste uitspraak om het verschil tussen verschillende getallen te verduidelijken? Zeven en negen lijken enigszins op elkaar, net zo als zwei en drei op elkaar lijken. Uit praktische overwegingen kan het handig zijn om het verschil te vergroten. Volgens het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) stamt de ‘zeuven’ uit oa het Brabants. Nadat echter het radio en telefoonverkeer hun intrede hadden gedaan, bleek het toch wel handig om het verschil tussen ‘zeven’ en ‘negen’ duidelijker te kunnen maken. Hierdoor veroverde de ‘zeuven’ ook de rest van Nederland. Is er een vergelijkbaar verhaal voor de ‘zwo’?
Het radioprogramma waar mijn vrouw afgelopen week naar luisterde vertelde dat niet het praktische nut, de reden is waarom sommige Duitsers ‘zwo’ gebruiken. Die vindt namelijk zijn oorsprong in de o zo gevreesde Duitse naamvallen. Vroeger werden niet alleen de lidwoorden en de bijvoeglijke naamwoorden vervoegd, ook het telwoord voor twee. Om het rijtje compleet te maken:
Het radioprogramma waar mijn vrouw afgelopen week naar luisterde vertelde dat niet het praktische nut, de reden is waarom sommige Duitsers ‘zwo’ gebruiken. Die vindt namelijk zijn oorsprong in de o zo gevreesde Duitse naamvallen. Vroeger werden niet alleen de lidwoorden en de bijvoeglijke naamwoorden vervoegd, ook het telwoord voor twee. Om het rijtje compleet te maken:
Ergens in de 18e eeuw is dit afgeschaft en zijn her en der nog wat restjes blijven hangen waaronder de ‘zwo’. Met andere woorden, je dacht misschien dat Duits lastig was… het was vroeger echter nog veel ingewikkelder. Leve de taalhervormingen! Anders zou ik nu nog met die vervoegingen zitten.