Het was ons al eens eerder opgevallen: de grote hoeveelheid volkstuintjes bij ons in de buurt. Ofschoon wij niet in het hartje van de stad wonen maar in een dorpje in de buurt van Heidelberg is een deel van onze wijk gereserveerd voor zogenaamde ‘Schrebergarten’. Ook in de omringende wijken zijn verschillende gelijksoortige grondstukken en verenigingen te vinden. Nu is het welbekend dat je in Utrecht ook volkstuinen hebt en ik ken zelfs een paar mensen die actief volkstuinieren maar toch had ik het gevoel dat het er hier in Duitsland een prominentere plaats in het stadsbeeld heeft.
De cijfers laten zien dat die eerste indruk klopt. De website van de Europese vereniging van volkstuinierders (jaja, bestaat echt: http://jardins-familiaux.org) geeft aan dat er in Duitsland 957000 volkstuintjes zijn terwijl in Nederland slechts 27500 geteld worden. Ook als je corrigeert voor bewonersaantallen blijken er 7 keer zoveel volkstuinen/inwoner te zijn in Duitsland.
De naam Schrebergarten komt van een zekere dr. Schreber, een pedagoog die in de 19e eeuw in Leipzig woonde. Hij had verschillende theorieën over hoe je kinderen het beste op kon voeden en daar zaten naar onze huidige maatstaven betere en slechtere ideeën bij. Zo was hij een voorstander van het gebruiken van metalen beugels om kinderen op de juiste manier aan tafel te laten zitten, wassen en baden met koud water voor hogere weerstand etc. Tegelijkertijd was hij van mening dat kinderen voldoende beweging en frisse lucht moeten krijgen en het liefst meerdere uren per dag buiten gingen spelen. Hij bepleitte speciale plekken waar kinderen dit in de toen al steeds drukkere steden zouden kunnen doen. Drie jaar na zijn dood in 1861 werd met die gedachte de eerste Schreberplatz aangelegd die zich later in een Schrebergarten zou ontwikkelen. Dat was dus in 1864, precies 150 jaar geleden en reden genoeg om er een feestje van te maken bij de volkstuinvereniging in Leipzig afgelopen juni.
De naam Schrebergarten komt van een zekere dr. Schreber, een pedagoog die in de 19e eeuw in Leipzig woonde. Hij had verschillende theorieën over hoe je kinderen het beste op kon voeden en daar zaten naar onze huidige maatstaven betere en slechtere ideeën bij. Zo was hij een voorstander van het gebruiken van metalen beugels om kinderen op de juiste manier aan tafel te laten zitten, wassen en baden met koud water voor hogere weerstand etc. Tegelijkertijd was hij van mening dat kinderen voldoende beweging en frisse lucht moeten krijgen en het liefst meerdere uren per dag buiten gingen spelen. Hij bepleitte speciale plekken waar kinderen dit in de toen al steeds drukkere steden zouden kunnen doen. Drie jaar na zijn dood in 1861 werd met die gedachte de eerste Schreberplatz aangelegd die zich later in een Schrebergarten zou ontwikkelen. Dat was dus in 1864, precies 150 jaar geleden en reden genoeg om er een feestje van te maken bij de volkstuinvereniging in Leipzig afgelopen juni.