Toen ik vorige week over de verschillen en overeenkomsten tussen de wellichte grootste Duitse en Nederlandse meestervervalsers wilde schrijven, bleek er zo veel over te vertellen te zijn, dat het niet in één aflevering zou passen. Vorige week de focus op de Duitser Beltracchi en zijn link met Oud-Hollands wit (verf dus). Zijn gebruik daarvan op een schilderij in de trant van Campendonk, leidde uiteindelijk tot zijn ondergang (zie vorige week). Enigzins frappant was, dat de echte schilderijen van Campendonk in de aanloop naar de tweede wereldoorlog tot entartete kunst bestempeld waren. Die zullen dus toen ook niet veel waard geweest zijn in Duitsland. Daartegenover stonden de klassiekers van bijvoorbeeld Johannes Vermeer. Die waren zeer geliefd bij de Nazi-kopstukken Göring en Hitler. Zij 'kochten' overal in Europa schilderijen en andere kunst om hun megalomane hebzucht te bevredigen. De Nederlandse meestervervalser Han van Meegeren speelde daar handig op in.
Met een zelfde soort inventiviteit die ook Beltracchi aan de dag legt experimenteerde van Meegeren met het verouderen van verf zodat het leek alsof de schilderijen al eeuwenoud waren. Zowel van Meegeren als Beltracchi gebruikten oude doeken waar ze verf vanaf schraapten en hun nieuwe werk overheen schilderen. Beiden gebruikten de pigmenten die pasten bij de desbetreffende tijd. Zinkwit of titaanwit had Vermeer niet, die deed het met loodwit maar van Meegeren wist dat en kon dit soort oude pigmenten verkrijgen en gebruiken voor zijn vervalsingen. Nog een overeenkomst, beide vervalsers maakten geen kopien van schilderijen maar exemplaren in de stijl van de bewuste schilder die ze wilden nadoen. Zo kon van Meegeren verschillende schilderijen maken die aan bijvoorbeeld Frans Hals en Johannes Vermeer toegeschreven werden. Zonder dat hij ontmaskerd werd kwam hij echter toch in de problemen na de tweede wereldoorlog. Hij werd namelijk aangeklaagd wegens landverraad en collaboratie omdat hij aan Hermann Göring een schilderij van Vermeer; 'Christus en de overspelige vrouw', had verkocht en dat is Nederlands cultureel erfgoed. Hij zou hiervoor de doodstraf kunnen krijgen, tenzij hij zou getuigen dat het schilderij vals was en dat hij het zelf gemaakt had. Die getuigenis bleek echter niet genoeg, het was in de ogen van de rechters slechts een smoesje om onder de rechtzaak uit te komen. Pas toen hij ter plekke in de rechtbank kon laten zien dat hij een nieuwe Vermeer kon schilderen werd hij vrijgesproken van collaboratie, maar veroordeeld wegens vervalsing!